Voetklachten of standsafwijkingen bij kinderen

Baby- en kindervoeten zijn kwetsbaar. Als je kindje eenmaal is geboren, is het zaak de ontwikkeling van de voeten en de beentjes goed in de gaten te houden. De meeste ouders weten niet hoe de kleine onderdanen van hun kindje zich horen te ontwikkelen.

shutterstock_717589768-1000x667

Het belang van goede schoenen

Bij kinderen die nog niet lopen of hiermee net beginnen, is aan te raden om een ruime soepele schoen te laten dragen. Op het moment dat ze echt gaan lopen dienen de schoenen aan bepaalde eisen te voldoen:

  • een stevig goed omsloten contrefort (hielpartij)
  • hoge wreefsluiting, om schuiven in de schoen te voorkomen
  • 1 cm lengtetoegift, voor de groei en afwikkeling van de voet
  • juiste breedtemaat
  • een lage brede hak
  • een buigzame loopzool, voor de afwikkeling van de voet
  • rubber geeft meer grip op de ondergrond

Wat zijn groeipijnen

Het is bekend dat ongeveer 10% van de kinderen last heeft van groeipijnen. Meestal tussen de 4 en 14 jaar. Tijdens of na een groei-spurt kan het voorkomen dat de spieren korter zijn dan de botten. “Je zou kunnen zeggen dat de botten sneller groeien dan de spieren”. Dit resulteert vaak tot (tijdelijk) spierverkortingen. Het zijn soms vervelende klachten maar daar groeien ze weer overheen.

Wanneer ga je naar de huisarts?

Tot een jaar of 7 zijn de voeten en de benen nog volop in ontwikkeling. Een platvoet, O-benen, X-benen, het komt over het algemeen allemaal weer goed. In een aantal gevallen doe je er echter goed aan wel naar de huisarts te gaan. Bijvoorbeeld als je kind:

  • regelmatig struikelt of valt over zijn eigen voetjes
  • klaagt over vermoeidheid en/of niet lang kan lopen
  • niet graag loopt
  • pijnklachten heeft met lopen en/of sporten
  • pijnklachten aan enkels, knieën, benen of heupen
  • ook na het zevende levensjaar nog platvoeten of X-benen heeft
  • de tenen over elkaar heeft groeien

De rol van de podotherapeut

Alleen indien het kind veel valt of klaagt over pijn in de voeten of benen is er reden tot een onderzoek. Het voert te ver om alle mogelijke afwijkingen te beschrijven. Enkele afwijkingen verdwijnen spontaan, andere vragen om specifieke hulpmiddelen of behandeling. Aangeboren afwijkingen kunnen, indien tijdig herkend, door behandeling geheel of gedeeltelijk herstellen. Een verkeerde voetstand kan ontstaan als gevolg van standsafwijkingen van de knieën en/of heupen. Bij het uitgebreide voetonderzoek zullen ook de knie- en heupstand worden bekeken. Hoewel veel voetproblemen ontstaan door blessures, vergroeiingen, ziekte of aangeboren afwijkingen, zal slecht schoeisel de dan al aanwezige factoren verergeren. Ons advies is om bij klachten niet te lang te wachten en een afspraak te maken met uw podotherapeut voor een onderzoek. Neem vrijblijvend contact met ons.

0-1 jaar

Bij de geboorte zijn niet alle botstructuren in de voet volledig ontwikkeld, die bestaan voor een groot deel nog uit kraakbeen. Daarom zijn babyvoetjes zacht en buigzaam. De voetjes hebben vaak een platte vorm. Dat komt doordat er onder de hele voet nog een dik vetkussen zit. Dat vetkussen verdwijnt in de loop van de eerste levensjaren en pas dan wordt langzaam de voetboog zichtbaar.

2-3 jaar

Als ze ongeveer 2 tot 3 jaar oud zijn, hebben peuters nog steeds platvoetjes maar verandert de stand van het been naar een X-stand. Rond diezelfde tijd verdwijnt ook het zogenaamde “babyvet”. De benen blijven een paar jaar in die X-stand staan.

5-7 jaar

Pas tussen het 5e en het 7e levensjaar, als de botten in de voet voldoende zijn uitgehard, komen de voeten en de benen in een goede, rechte positie.